Koren- en pelmolen Olle Widde

Beschrijving Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed:
Monumentnummer: 9787
Eestumerweg 37 9792 RB te Ten Post
Ronde stenen bovenkruier met stelling; voor 1828 gebouwd als rogge- en pelmolen.

Wat vooraf ging...

In een akte uit 1682 afkomstig uit het archief van de borg Farmsum valt te lezen: "Het Moolen Hiem tot Kroddebuiren bij Berent Warrenders nieijerwijse wort gebruickt doende jaarlijcks to huire zes guld:"
Groninger Archieven 619 176

Volgens het kerkregister van Wittewierum kwam ene Pieter Geerts Muller te Kroddebouren in 1722 over uit Wetsinge, samen met zijn vrouw Grietje, en hij vertrok in 1759.

Op de "Beckeringkaart" van 1781 staat op deze plek een molen aangegeven. Dit was waarschijnlijk een standerdmolen.

In een advertentie uit 1782 staat: "Uit de hand te koop de ROGGEMOLEN tot Tenpost, met de vaste beklemming van 3 Grazen best Land in 2 stukken en een nieuw aangelegt Appel en Keuken Hof, waarvan de grond al te maal behoort aan de Heer Raadsheer Rengers, doende jaarlyks in alle 25 gl. Huur. Die gading maakt kan de Mulder tot Tenpost daarover aanspreken."

In een advertentie uit 1809 staat: "Met Consent des REGTS van het FIVELINGO KWARTIER, gedenkt de E. SYWERT HIEPKES en Vrouw, publiek by Stryk- en Opbotsgelden te laten verkoopen: Hunne nieuws getimmerde BEHUIZINGE met veel geryf; benevens een welbeklante ROGGEMOLEN met twee paar STEENEN; alsmede een VASTE BEKLEMMINGE van 3 Grazen Land, alles staande en gelegen te Ten Post."
  
Geschiedenis van molen de "Olle Widde".

Derk Heines Mulder, geboren te Westerwijtwerd in 1779, gehuwd met Trijntje Roelfs, overleden te Baflo in 1860, heeft in 1812 als molenaar in Kroddeburen een geheel nieuw gemetselde conische bovenkruier laten bouwen, ter vervanging van een voor 1616 gebouwde standerdmolen. De nieuwe molen is gebouwd als korenmolen met 1 koppel maalstenen.

In 1816 werd, na het uitroepen van het Koninkrijk der Nederlanden de wetgeving rond het molenbedrijf voor korte tijd geheel vrijgegeven. dat betekend dat de belasting op het gemaal, en de toezicht hierop verdween. De molenaars werden hiermee bevrijd van enkele beperkingen als het niet mogen houden van eigen vee en het niet mogen combineren van het molenaars vak en het bakkersambacht. Bovendien werd het mogelijk om malen en pellen te combineren. Massaal legden molenaars in Nederland dan ook pelstenen in hun korenmolen, en maalstenen in hun pelmolens.
Waarschijnlijk is dit ook het moment dat er in de gemeente Ten Boer voor het eerst in een molen gerst gepeld werd. In 1822-1823 werden deze nieuw verworven vrijheden met de invoer van de nieuwe graanwet teruggedraaid.

In 1855 was J.D. Mulder eigenaar van de molen.

In 1856 stond pelmolenaar Jan Hoff uit Kroddeburen (Ten Post) bij de top honderd van de meest betalende burgers met een aanslag van f 5.60. Terwijl zijn collega Cornelis Mulder uit Thesinge slechts op plaats 244 stond met een aanslag van f 0,49.

In 1880 was J. Haak eigenaar van de molen.
In 1883 was de weduwe. J. Haak eigenaar van de molen tot 1886

In 1886 werd de molen gekocht door Mello Nieuwenhuis (Uithuizermeeden 1832 - Kroddeburen 1918). De molen bleef bijna een eeuw in handen van zijn familie.

Mello Nieuwenhuis trouwde in 1859 met Maria Cleveringa (Kantens 1834 – Ten Post 1920) in Uithuizermeeden waar hij toen bakker was. Hun kinderen werden geboren in Uithuizermeeden: Jan in 1861, Freerk in 1864 (overleed in 1867), Freerk (2) in 1968 (overleed in 1869), Jantje Frederica in 1870 (overleed na 4 dagen), Jantje in 1871, Oktje Frederica in 1875. In de geboorteaktes heet Mello Melle en hij is achtereenvolgens bakker, winkelier en koopman.

In 1881 trouwde Mello’s zoon Jan in Ten Boer met Eltje Wigboldus (St Annen 1863 – Zuidhorn 1952). In de trouwakte heet Mello Melle Jans Nieuwenhuis, pelmolenaar. Mello was dus al molenaar voordat hij de molen kocht.
In 1901 trouwde Mello’s dochter Oktje Frederica met Onne Pieter Bleeker (Bierum 1879 – 1929 Dennenoord, Zuidlaren) beroep korenmolenaar (bij overlijden zonder beroep). Zij hadden geen kinderen. Oktje Frederica overleed in Groningen in 1961.
Mello werd als molenaar opgevolgd door schoonzoon Onne Pieter Bleeker tot 1921.

In 1920 trouwde Jan’s dochter Jantje in Hoogkerk met Pieter Berend Oosterhoff (Leegkerk 1892 – onbekend). Jantje overleed in 1969 in Smithville (Canada). We weten hier verder niet veel val.
In 1921 werd de molen verkocht aan deze Pieter Berend Oosterhoff die er molenaar was tot 1927.







Op deze foto uit 1915 staat op de eerste plaats de “Olle Widde” in goede doen.
Hij is voor de foto keurig stilgezet en ook de mensen maken werk van het poseren.
vlnr: De buurman (naam onbekend), Oktje Bleeker-Nieuwenhuis, molenaar Onne Pieter Bleeker, moleneigenaar Mello Nieuwenhuis en bij de wagen enkele klanten.
De woning van de buurman werd gesloopt in september 1954 om plaats te maken voor de aanleg van de rondweg, nu N360. Tot 1945 woonde hier Auke van der Veen. Menno Huisman was daarna de laatste bewoner.











In 1922 werd er een elektromotor van 15 pk geplaatst. Voor de Olle Widde betekende de installatie van een elektromotor slechts een uitbreiding van de productiemogelijkheden. De productiecapaciteit ging met de installatie van een elektromotor niet enorm omhoog. De motor werd gebruikt om de oude maalstenen aan te drijven en was dus gebonden aan de beperkingen van het oude maalsysteem. Met de elektrische aandrijving kon in een uur tijd ongeveer 400 kilo rogge grof gemalen worden. Ongeveer de zelfde hoeveelheid als een windmolen kon malen bij een gunstige wind. De winst lag in het feit dat er nu permanent veel gemalen kon worden. In windstille perioden kon met behulp van de motor doorgemalen worden. Bij voldoende wind beef de molen echter gewoon ouderwets draaien.

In 1927 trouwde Jan’s dochter Gezina Nieuwenhuis (1902-1992) in Zuidhorn met Harmen de Boer (Tjerkgaast gem. Doniawerstal 1900 – Ten Post 1975), beroep molenaar. In 1930 overleed hun zoon Bouwe, 6 dagen oud, te Ten Post.
In 1927 koopt deze Harmen de Boer de molen en is daar de laatste professionele molenaar tot aan zijn overlijden in 1975. Zijn weduwe Gezina vertrok in 1976 naar Leek.
In dit zelfde jaar werden de pelstenen uit de Olle Widde verwijderd, de graanmaalderij bleef bestaan en draaide gedurende de tweede wereldoorlog zelfs nog geregeld zonder hulpmotor.
In 1933 werd de houten met zelfzwichting opgehekte buitenroede vervangen door een metalen roede en opnieuw opgehekt met zelfzwichting. De binnenroede die oudhollands opgehekt was, was al eens eerder vervangen door een metalen roede.

In 1961 is de molen gerestaureerd door Schuitema en Doornbosch voor fl. 9850,-. De molen kreeg een nieuwe binnenroede, met een lengte van 18,50 meter.

In 1977 werd de heer W. Oosterhof eigenaar van de molen en bewoonde 3 maanden lang het huis naast de molen en probeerde in z'n vrije tijd de molen op te knappen. In datzelfde jaar deed hij de molen van de hand aan de heer H.J. Doff. Deze slaagde erin de molen weer draaiende te krijgen.

In 1984 is Martin van Doornik binnen in de Olle Widde geweest. Hij zegt het volgende: "Het interieur verkeerde in zeer slechte staat. De vloeren waren grotendeels vergaan. Vanaf de begane grond kon ik helemaal naar boven kijken. Ik heb via de steenspil en de koningspil moeten klimmen om in de kap te kunnen komen. De inrichting was vrij eenvoudig. Eén koppel maalstenen, en verder haast geen andere werktuigen zoals een buil of waaier. Het was een kale, rommelige en vieze boel daarbinnen en het rook erg muf. Het voeghoutenkruiwerk kan ik me nog wel herinneren. Op de bovenas kon ik geen enkel opschrift van de gieterij vinden, wellicht onder de vulstukken."

28 december 1988 Noorderkrant
Het jaar 1989 wordt het jaar der waarheid, meent Ten Boers wethouder H. Janssen als het gaat om het behoud van de molen de Olle Widde bij Ten Post. De molen verkeert in vergaande staat van verval en is als zodanig bepaald geen visitekaartje voor de gemeente Ten Boer. De molen staat langs de drukke weg Groningen-Delfzijl en is eigendom van de Ten Poster autohandelaar H.J. Doff. Hij gebruikt het molenterrein voor zijn bedrijf. Er wordt al enige tijd gesproken over een grondruil waardoor de gemeente Ten Boer eigenaar kan worden van de vervallen molen en de heer Doff een nieuw terrein voor z'n bedrijfsactiviteiten krijgt. Als dat lukt komt de restauratie van de molen, die als tweede op de provinciale (herstel) prioriteitenlijst staat, een stuk dichterbij.

In 1989, op 28 juni: De vervallen oude witte molen te Ten Post wordt met de sloop bedreigd. Wanneer echter de Stichting Groninger Molens bereid is de molen over te nemen kan de molen behouden blijven. Wil genoemde stichting dat niet, dan zullen de B&W waarschijnlijk een sloopvergunning afleveren.

In 1990, op 21 februari: Uit een door de Vereniging Dorpsbelangen Ten Post gehouden enquête blijkt dat 125 van de 250 ondervraagde inwoners van Ten Post voorstander zijn van het behoud van de vervallen molen "Olle Widde” aldaar.
Op 4 juli :Aan de lijdensweg van de molen "Olle Widde” in Ten Post lijkt een einde te komen. De molen is onlangs aangekocht door de heer Th.H.D. Meijer uit Ten Post, die de hevig in verval geraakte molen in 1991 wil laten restaureren.

In 1991 t/m 1994 is de molen gerestaureerd door molenmakers Vaags en Jellema in opdracht van Th. H.D. Meijer. In 1992 De ''Olle Widde'' wordt geheel afgebikt en gerestaureerd.
In 1993 is het bovenwiel van de molen verkocht aan molenmaker Vaags, die een nieuw bovenwiel voor de Olle Widde maakte. Het oude wiel is geplaatst in de gerestaureerde molen De Mars in De Blesse (Friesland) In 1995 draait de molen weer, maar staat in 1998 weer stil door het opstappen van de toenmalige vrijwillig molenaar. In 2000 werd Anja Hoogduin molenaar op de Olle Widde.
In 2001 werd het metselwerk aan binnen- en buitenzijde opnieuw bepleisterd en gewit.

In 2009, op 27 april overleed onverwachts de eigenaar Th.H.D. Meijer. Op 30 december 2009 werd Gerrit Koning de eigenaar van de Olle Widde. In 2010 werd Rob Hoving ook molenaar op de Olle Widde. Op 1 juli dit jaar opende eigenaar Gerrit Koning een restaurant in het naast de molen gelegen molenaarswoning.

In 2011 is er na wat onderhoud dat uitgevoerd is door de molenaars Anja en Rob in maart voor het eerst sinds tientallen jaren weer gemalen met de molen.